
sportinternaat go! gent
architectuur
interieur
omgeving
portfolio
Een internaat is als een tweede thuis voor zijn bewoners. De verwevenheid van het oorspronkelijk sporthotel voor sportstages met het internaat brengt door de toename van het aantal internen dit functionele evenwicht in het gedrang. Het nieuwe project met gescheiden plaats voor 104 bedden zorgt bij de internen voor een eigen plek, hun ‘thuis”.

Sportinternaat go! gent
architectuur
interieur
omgeving
Een internaat is als een tweede thuis voor zijn bewoners. De verwevenheid van het oorspronkelijk sporthotel voor sportstages met het internaat brengt door de toename van het aantal internen dit functionele evenwicht in het gedrang. Het nieuwe project met gescheiden plaats voor 104 bedden zorgt bij de internen voor een eigen plek, hun ‘thuis”.
functie: wonen
ligging: Gent
grootte: 2.341m2
periode: 2010-2021
De gekozen inplanting van de nieuwbouw zorgt voor de integratie van de nieuwe met de bestaande bebouwing tot één geheel maar met duidelijk gedifferentieerde zones. De algemene inkom bevindt zich nabij de kruising van beide gebouwen, oud en nieuw. Zo vormt zich hier een centraal verdeelpunt. Een noord-zuidinplanting zorgt dat alle kamers van natuurlijk oost- of westlichtinval genieten. Gezien het uitgestrekte karakter van de site en de actuele nood aan compactheid kiezen wij voor een gebouw op vier bouwlagen. In de binnentuin vormt de nieuwe “tuinmuur”, in dezelfde serene vormtaal als de huidige architectuur, een afbakenend en verbindend element.
Het repetitieve karakter van de architectuur van het hoofdvolume geeft dit gebouw een uitgesproken karakter. Deze repetitie maakt het gebouw uitermate geschikt voor gemoduleerde prefabricatie, wat ook economisch ten goede komt. De eenvoudige architectuur uit twee materialen, glas en beton, zorgt voor een rustige uitstraling die perfect aansluit bij de serene zakelijkheid van het origineel glazen volume. De harde schil van het gebouw herbergt een zachte binnenkern. De zachtheid in het ontwerp vertaalt zich voornamelijk in de beleving van de interne ruimte. Een boeiende circulatie, gekoppeld aan intieme buitenruimtes brengt het gebouw terug tot de schaal van de gebruiker.
Het aspect van sociale interactie komt aan bod als een wezenlijk onderdeel van de algemene opvoeding. Om hieraan tegemoet te komen, worden kleine woonentiteiten gecreëerd, meestal voor twee, soms voor drie huisgenoten. Per ‘appartement’ delen de jongeren een inkom, een douche en een toilet. Daarnaast heeft ook iedereen zijn eigen slaap-en studeerkamer. De beglaasde gedeelde inkom per woonentiteit laat ruimte voor persoonlijke inbreng van de jongeren, wat bijdraagt tot hun identiteitsvorming. Door het schranken van de deuren in de gang zijn er bovendien nooit deuren die recht op elkaar uitgeven. Door deze schakeling worden de circulatiegangen boeiender dan de klassieke internaatgangen met repetitieve, anonieme deuren. Door de rationele aanpak is het vast-meubilair toch nog binnen het scherpe bouwbudget gebleven.